NL – Leagues – Ligue 1

Paris Saint-Germain

Paris Saint-Germain is het laatste decennium de alleenheerser in de Ligue 1. Met dank aan Quatar Sports Investments zijn de financiële mogelijkheden ongekend. De laatste jaren zie je in Parijs dan ook alleen de allergrootste supersterren acteren. Zo beschikt de club in 2021-2022 over de supervoorhoede Messi-Neymar-Mbappé. En zolang het grote doel, Champions League-winst, nog niet is bereikt zal de koopwoede nog niet zijn gestild. Hoewel de club er in de Ligue 1 bovenuit steekt, werd het in 2021 afgetroefd door het bescheiden Lille. Het winnen van de landstitel is dan ook zeker geen uitgemaakte zaak.

In het Parc des Princes heerst een enorm fanatieke sfeer en zijn kaarten bijna altijd uitverkocht. Eigenlijk is het stadion al te klein voor de club en zijn er plannen om de capaciteit uit te breiden. Wees er dus op tijd bij als je nog een wedstrijd wilt bijwonen in het nostalgische Parc des Princes.

Voetbalreizen naar Paris Saint-Germain

Olymipque Marseille

Olympique Marseille is de trots van het Zuiden en behoort al decennialang tot de absolute top. In 1993 was de club zelfs de beste van Europa; een prestatie die geen enkele Franse club heeft weten te evenaren. Door de jaren heen is de club de populairste van Frankrijk. De fanatieke aanhang is bijzonder loyaal aan de club. En niet alleen in Frankrijk: zo verkoopt de club jaarlijks zo’n 400.000 voetbalshirts. In Noord-Afrika is l’OM populairder dan PSG, FC Barcelona of Real Madrid. De klassieker tussen Marseille en Paris Saint-Germain is dan ook het hoogtepunt in de Ligue 1.

Olymipque Lyonnais

Olympique Lyonnais kende zijn gouden jaren in het begin van deze eeuw. De macht van Olympique Marseille was tanende en Paris Saint-Germain was ook nog geen topclub. In 2002 behaalde Lyonnais zijn eerste landstitel. Daarna volgde een ongekende reeks van liefst zeven landstitels op rij. In de Champions League weet de club echter geen hoge ogen te gooien; het blijft bij één halve finale. Na de gouden jaren begint de opmars van Paris Saint-Germain, en moet Olympique Lyonnais afhaken. De club heeft nu dan ook gekozen voor een andere strategie: aanvallend voetbal spelen met veel jonge talenten uit de eigen opleiding.

Het trainingscentrum van de club staat bekend als een van de beste van Europa. In de jeugd gaat het niet om resultaten maar om het technisch verbeteren van de spelers. Om deze lijn voort te zetten wordt in 2021 de Nederlandse trainer Peter Bosz vastgelegd.

2020: Paris Saint Germain  – Olympique Marseille 0 – 1

Hoewel er wegens de Corona-epidemie slechts 3904 supporters aanwezig waren bij de klassieker, zal geen Fransman dit duel ooit vergeten. De editie uit 2020 staat bekend als ‘de slag van Parijs’. Marseille had al sinds 2011 niet meer van PSG kunnen winnen, maar kwam na een half uur op een 0-1 voorsprong. Die stand stond nog steeds op het bord toen er in de 95^e minuut een grote vechtpartij uitbrak op het veld. De scheidsrechter trok liefst 5 rode kaarten: voor Neymar, Paredes en Kurzawa van PSG en Benedetto en Amavi van Marseille. Daarmee kwam het aantal kaarten in dit duel op 19.

Na afloop liep het verder uit de hand. Angel Di Maria spuugde naar zijn tegenstander en werd voor vier duels geschorst, diverse spelers beschuldigden elkaar van racisme. Álvaro González Neymar werden voor 10 en 20 duels geschorst, maar dit werd later ingetrokken wegens gebrek aan bewijs.

2009: Olympique Lyon – Olympique Marseille 5 – 5

In deze bizarre topper vielen de toeschouwers van de ene in de andere verbazing. In het eerste kwartier vielen er al drie goals. Maar dat was nog niets vergeleken met 5 goals in de laatste tien minuten. In de eerste helft kwam de landskampioen twee keer op voorsprong, maar beide keren maakte Marseille gelijk, waardoor de teams gingen rusten met 2-2.

Nadat Marseille na rust op voorsprong was gekomen, leek Brandao in de 80^e minuut met de 2-4 het duel te beslissen. Maar binnen drie minuten zorgde Lisandro Lopez voor 3-4 én 4-4! Het feest in Lyon barstte helemaal los toen Bastos in de 91^e minuut Lyon zelfs op 5-4 zette. Maar nog was het niet gedaan, want een curieus eigen doelpunt in de 93^e minuut bepaalde de eindstand op 5-5.

2016: Troyes  – Paris Saint Germain 0 – 9

In 2015-216 was Paris Saint-Germain heer en meester in de Ligue 1. Van de 38 duels werden er 30 gewonnen, zes gelijkgespeeld en slechts 2 verloren. Met 96 punten en een doelsaldo van 102-19 eindigden de Parijzenaren de competitie met 31 punten voorsprong op nummer 2, Olympique Lion. Daarentegen was het gepromoveerde Troyes echt een maatje te klein voor het hoogste niveau, en degradeerde het meteen weer. Het onderlinge duel in Troyes werd dan ook een enorm doelpuntenfestijn. Met onder andere twee goals van Edson Cavani en liefst vier treffers van Zlatan Ibrahimovic stopte de teller pas bij 0-9.

Zinedine Zidane

Zinédine Zidane startte zijn carrière bij AS Cannes (1988-1992). Met zijn voetbalkwaliteiten trok hij al snel de aandacht van de grote Franse clubs. Bordeaux hapte toe en Zidane speelde vervolgens vier jaar bij de Franse topclub. Samen met Christophe Dugarry vormde hij een ijzersterk duo. Zidane was gezegend met een buitengewoon spelinzicht, een geweldige balcontrole en een perfecte pass. In 1996 werd hij gekozen tot speler van het jaar in de Ligue 1, waarna hij naar Juventus vertrok. In Italië en later bij Real Madrid groeide hij uit tot de beste Franse speler aller tijden.

Kylian Mpabbé

Het fenomeen maakte als 16-jarige zijn debuut bij AS Monaco. Een jaar later was het supertalent al uitgegroeid tot een beslissende speler. Met zijn vele belangrijke goals droeg hij bij aan de landstitel van de Monegasken. Paris Saint-Germain hapte meteen toe en huurde de speler voor een jaar, met een optie tot koop. Met zijn vele goals bezorgde hij PSG de titel, de Coupe de la Ligue én de Coupe de France. De Parijzenaren lichtten de optie tot koop en maakten €175 miljoen over aan AS Monaco. De prijzen bleven zich opstapelen. In 2019 werd hij topscorer van de Ligue 1 en verkozen tot speler van het seizoen. Ook in 2020 en 2021 werd hij met zijn vele goals topschutter van Frankrijk. Met het Franse nationale team werd Mbappé in 2018 Wereldkampioen, en werd hij de jongste doelpuntenmaker in een WK-finale ná Pelé. Daarmee is de speler uitgegroeid tot de meest gewilde voetballer ter wereld.

Dimitri Payet

Payet werd geboren op La Réunion, een aan Frankrijk toebehorend eiland ten oosten van Madagascar. Hij begon in 2005 op 18-jarige leeftijd bij Nantes, en vertrok twee jaar later voor vier jaar naar Saint-Étienne. Pas bij Lille en Olympique Marseille speelde de vrije trappenspecialist zich echt in de kijker van het grote publiek. Hij maakte zijn debuut in het Franse team en tekende in 2015 voor West Ham United. In 2016 was hij de grote smaakmaker op het EK, waar Frankrijk de finale haalde. Inmiddels speelt Payet alweer zes jaar voor Olympique Marseille, waar hij de spelbepaler is en bij bijna elk doelpunt betrokken is. Ondanks dat Payet de 30 allang gepasseerd is, zijn zijn hoekschoppen en vrije trappen nog altijd dodelijk en zijn solo’s moeilijk te stoppen.

Michel Platini

Voordat Michel Platini Juventus en het Franse nationale team naar zijn hand zette, begon hij op 17-jarige leeftijd bij het bescheiden Nancy. In zeven seizoenen speelde hij er 181 wedstrijden en maakte 98 goals. Platini baarde vooral opzien met zijn geweldige vrije trappen. In 1978 wist hij de enige goal te maken in de bekerfinale, waardoor Nancy zelfs Europa in mocht. Platini vertrok daarna naar Saint-Etienne, waar hij drie jaar bleef. Onder zijn hoede boekte de club zeer opzienbarende prestaties in Europa (6-0 tegen PSV, 0-5 bij Hamburger SV) en werd in 1981 kampioen. Vervolgens tekende Platini bij Juventus, waar hij vijf jaar speelde en de Europacup 1 won. Aan zijn hand won Frankrijk in 1984 voor het eerst een groot toernooi, het EK in eigen land.  

Zlatan Ibrahimovic

Zlatan was allang een wereldster, toen hij in 2012 bij Paris Saint-Germain tekende. Bij Ajax, Juventus, Inter Milan, FC Barcelona en AC Milan had hij zijn naam gevestigd, en hij was een van de eerste grote aankopen van PSG na de Qatarese overname. ‘Ik ken de Ligue 1 niet, maar de Ligue 1 kent mij’, waren de woorden van de Zweed bij zijn presentatie.

In de vier jaar die Zlatan in de Ligue 1 speelde maakte hij zijn naam volledig waar. Hij werd in alle vier de seizoenen niet alleen landskampioen, maar ook driemaal topscorer van de Ligue 1 met respectievelijk 30, 26 en 38 goals. Ook werd hij in deze drie jaren verkozen tot beste speler van de competitie. Het enige jaar waarin hij geen topscorer werd, kwam hij wegens een blessure slechts 24 wedstrijden in actie. In 2016 maakte hij, na 122 competitieduels en 113 goals, zijn vertrek bekend met de woorden: ‘Ik kwam als een koning, en vertrek als een legende.’

Jean-Pierre Papin

In het buitenland, bij AC Milan en Bayern München, wilde het niet zo lukken met Jean-Pierre Papin. In zijn periode bij Olympique Marseille kende de doelpuntenmaker zijn gelijke niet. Van 1989 tot 1993 werd hij vier maal op rij kampioen met de club uit Zuid-Frankrijk. Papin is de enige speler die vijfmaal op rij topscorer van de Ligue 1 werd. Daarnaast werd hij driemaal op rij topscorer in het Europacup-1 toernooi. Papin was geen man van intikkertjes, maar stal de show met waanzinnige goals. Omhalen, acrobatische trappen en volleys: ‘JPP’ was er een meester in. In 1991 werd de Fransman uitgeroepen tot de beste speler van Europa.

Juninho

Juninho staat in Frankrijk bekend als een fenomeen. De Braziliaan is samen met Grégory Coupet de enige speler die zeven keer op rij de landstitel veroverde. Van 2002 tot 2008 lukte hem dat bij Olympique Lyonnais. Daarnaast was hij de absolute publiekslieveling vanwege zijn fenomenale vrije trappen. In 348 wedstrijden scoorde hij 100 keer, waarvan 44 uit een vrije trap. Hij was in staat de bal elk mogelijk effect te geven, om zo de muur te omzeilen en de bal als een granaat tegen het net te jagen. Een grotere specialist was er eenvoudig niet. Bij zijn afscheid ontving hij van de clubvoorzitter een speciale oeuvre-trofee als dank voor zijn enorme verdiensten voor de club.

Dominique Rocheteau

Dominique Rocheteau speelde zijn hele leven in de Ligue 1. Negen seizoenen bij Saint-Étienne, acht jaar bij Paris Saint-Germain en twee jaar bij Toulouse. De sierlijke vleugelspeler was bij elke club bijzonder populair vanwege zijn verwoestende dribbels. Hij pakte in totaal vier landstitels, en speelde op drie WK’s. In 417 wedstrijden in de Ligue 1 ontving Rocheteau slechts drie gele kaarten. Het leverde hem de bijnaam ‘de groene engel’ op.

Thierry Henry

Bij Arsenal groeide Thierry Henry uit tot een wereldster, maar zijn eerste profseizoenen speelde de aanvaller bij AS Monaco. Na twee jaar in de jeugd stroomde hij door naar het eerste elftal, waar hij op 17-jarige leeftijd zijn debuut maakte onder coach Arsène Wenger. Hoewel hij later furore zou maken als spits, speelde hij in de Franse competitie alleen als vleugelspeler. In 1996 werd hij uitgeroepen tot het talent van het jaar. In de jaren erna werd hij een bepalende speler bij de Monegasken en maakte deel uit van het Franse nationale team dat in 1998 Wereldkampioen werd.

George Weah

Weah was al 22 toen hij in Europa arriveerde. De Liberiaan speelde vier jaar bij AS Monaco en liet in die jaren heel Frankrijk versteld staan met zijn geweldige power. Na 149 wedstrijden en 66 goals vertrok de spits naar Paris Saint-Germain. Ook daar bleek hij een absolute topper, die zowel snelheid, kracht als efficiëntie wist te combineren. AC Milan haalde de  speler naar Italië, waar hij in 1995 topscorer in de Champions League werd, en als eerste Afrikaanse speler de Gouden Bal won. In 2018 werd de politiek bewuste Weah zelfs president van Liberia.

Parc des Princes

Het huidige Parc des Princes stamt uit 1972, en was met 42.000 plaatsen lange tijd het grootste stadion van Frankrijk. Het nationale team speelde er tot 1998 ook zijn interlands, totdat in 1998 het Stade de France werd gebouwd. Ondanks dat dit nieuwe stadion twee keer zo groot is, weigert Paris Saint-Germain het Parc des Princes te verlaten. Tegenwoordig zijn er 48.583 plaatsen en liggen er plannen om dit uit te breiden naar 60.000. Vanwege zijn compacte vorm en de geweldige ambiance wordt het stadion vaak vergeleken met een snelkookpan. Hoogtepunten in het seizoen zijn natuurlijk de klassieker tegen aartsvijand Olympique Marseille en de topper tegen Olympique Lyon.

Stade de France

Het Stade de France werd in 1998 geopend voor het WK van 1998. Het Parc des Princes was namelijk te klein geworden voor de interlands van het nationale team. Met 81.338 zitplaatsen is dit stadion dan ook bijna twee keer zo groot. Naast interlands wordt het Stade de France ook voor andere sporten gebruikt, zoals rugby en atletiek. Ondanks diverse verzoeken van de Parijse gemeenteraad heeft Paris Saint-Germain altijd geweigerd om van het Parc des Princes te verhuizen naar het Stade de France. Daarom wordt er geen competitievoetbal gespeeld, maar wel wordt hier de finale van de Coupe de France afgewerkt.

Stade Vélodrome

Het Stade Vélodrome van Olympique Marseille is met 67.000 plaatsen het grootste clubstadion van Frankrijk. Alleen het Stade de France in Parijs is groter, maar daar wordt geen competitievoetbal gespeeld. Het stadion werd in 1937 geopend. Daarna hebben er enkele grote renovaties plaatsgevonden. De atletiekbaan en het velodroom zijn in 1998 verwijderd, en in 2014 is het dak geplaatst. Nederland speelde hier drie interlands op het WK in 1998, waaronder de kwartfinale tegen Argentinië en de halve finale tegen Brazilië. De zeer fanatieke fans van Olympique zorgen tijdens thuiswedstrijden voor een indrukwekkende sfeer. Vooral bij de duels tegen aartrivaal Paris Saint-Germain verandert het Stade Vélodrome in een heksenketel.

Parc Olympique Lyonnais

In 2016 verliet Olympique Lyonnais het Stade Gerland en nam zijn intrek in het nieuwe Parc OL. Het is het enige Franse stadion dat eigendom is van de club zelf. Met 59.186 plaatsen is dit het derde grootste stadion van Frankrijk. Tijdens het EK werden er zes duels afgewerkt, waaronder de halve finale tussen Portugal en Wales. In 2024 zal er gevoetbald worden op de Olympische Zomerspelen.

In oktober 2021 opende in het stadion ook ‘OL le Musée’, dat op woensdag en zaterdag geopend is van 10.00 tot 19.00 en op zondag van 10.00 tot 18.00 uur.